Vitaodoc
Chia sẻ bởi Nguyễn Bá Tư |
Ngày 23/10/2018 |
38
Chia sẻ tài liệu: vitaodoc thuộc Bài giảng khác
Nội dung tài liệu:
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
1
Euglenophyta, Cryptophyta, Dinophyta en Haptophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
2
Morfologie
Alle Euglenophyta zijn ééncellig of kolonievormend (Colacium). Er zijn ongeveer 800 soorten beschreven.
ALGEN
Afdeling Euglenophyta
Euglena
Trachelomonas
Phacus
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
3
Morfologie
ALGEN
Afdeling Euglenophyta
Colacium
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
4
Levenswijze
De Euglenophyta vormen een groep van algen met onstabiele chloroplasten. Ongeveer tweederde van de genera van Euglenophyta bevatten nooit chloroplasten en zijn dus heterotroof. Daarenboven kunnen vele autotrofe Euglenophyta ook in het donker overleven wanneer ze in een voldoende rijk organisch medium gebracht worden.
De heterotrofe Euglenophyta worden ook in een zoölogische afdeling ondergebracht. De Euglenophyta zijn heterotrofe flagellaten die in de loop van de evolutie chloroplasten verworven hebben. De autotrofe en heterotrofe phyla zouden dan ook samengevoegd moeten worden.
ALGEN
Afdeling Euglenophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
5
Belangrijke kenmerken
Bij de mitose blijft de kernmembraan intact; de spoelfiguur wordt binnen de nucleus gevormd. De chromosomen blijven tijdens de volledige mitose-cyclus hun vorm behouden.
Euglenophyta planten zich enkel asexueel voort door celdeling; sexuele reproductie is niet gekend.
Euglenophyta bezitten net als de Chlorophyta chlorofyl a en b in de chloroplasten. De gelijkenis wat betreft dit kenmerk is echter wellicht eerder te wijten aan convergente evolutie dan aan fylogenetische verwantschappen.
ALGEN
Afdeling Euglenophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
6
Paramylon
Energie wordt opgeslagen onder de vorm van paramylum, een type zetmeel dat verschilt van dat van de Chlorophyta. Het paramylum wordt afgezet in de omgeving van pyrenoïden. In tegenstelling tot bij de Chlorophyta wordt dit paramylon buiten en niet in de chloroplasten opgeslagen.
ALGEN
Afdeling Euglenophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
7
Pellicula
De cel is omgeven door flexibele banden die opgebouwd zijn uit proteïnen. Deze banden haken in elkaar haken en vormen de pellicula die de volledige cel omgeeft. Doordat de pellicula flexibel is kunnen Euglenophyta van vorm veranderen.
ALGEN
Afdeling Euglenophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
8
Flagellen en fototaxis
Euglenophyta bezitten 2 flagellen: een lange geselflagel en een korte flagel die nauwelijks zichtbaar is. De cellen maken een spiraalvormige beweging tijdens het zwemmen.
De flagellen zijn aangehecht in een instulping in de cel, het reservoir. Aan de basis van de lange geselflagel is een paraxiaal organel gelegen dat lichtgevoelig is en wellicht de beweging van de geselflagel stuurt op basis van lichtprikkels. Aan de andere kan van het reservoir is een roodgekleurde vlek (het stigma) gelegen. Dit stigma schermt het paraxiaal organel af van het licht. Dankzij deze bijzondere structuren kunnen Euglenophyta zich naar het licht toe bewegen (fototaxis).
ALGEN
Afdeling Euglenophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
9
Ecologie
Euglenophyta komen voornamelijk voor in zoetwater dat rijk is aan organisch materiaal. Ze komen zowel voor in het plankton als in het sediment. Sommige soorten leven epifytisch of epizoïsch.
ALGEN
Afdeling Euglenophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
10
Morfologie
De afdeling Cryptophyta omvat voornamelijk kleine flagellaten. Bjornbergiella is echter een draadvormig organisme. Er zijn ongeveer 120 soorten beschreven.
De voortplanting gebeurt enkel op ongeslachtelijke wijze door celdeling.
ALGEN
Afdeling Cryptophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
11
Pellicula
De cel is omgeven door een pellicula die is opgebouwd uit proteïneuze polygone, platen.
ALGEN
Afdeling Cryptophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
12
Ejectosoom en flagellen
De cellen bezitten meestal twee geselflagellen. De flagellen zijn vastgehecht in een instulping in de cel.
In deze instulping is ook het ejectosoom gelegen. Het ejectosoom bevat trichocysten, organellen die bij verstoring worden uitgescheiden en wellicht een verdedigingsmechanisme vormen.
ALGEN
Afdeling Cryptophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
13
Chloroplasten en pigmenten
De chloroplasten van Cryptophyta zijn vaak variabel van kleur: blauwgroen, blauwig tot rood. In de chloroplasten bevindt zich vaak een sterk gereduceerde kern, het nucleomorf.
Cryptophyta bezitten naast chlorofyl a ook chlorofyl c. Daarenboven bezitten ze ook phycobillinen zoals phycoerythrine of phycocyanine.
De aanwezigheid van een nucleomorf en van phycobilinen in Cryptophyta kan erop wijzen dat de chloroplasten van Cryptophyta endosymbiontisch levende Rhodophyta zijn.
Energie wordt opgeslaan onder de vorm van zetmeel of amylum. Dit zetmeel wordt buiten de chloroplasten gevormd in de omgeving van een pyrenoïd.
ALGEN
Afdeling Cryptophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
14
Ecologie
De Cryptophyta zijn belangrijke vertegenwoordigers van het plankton in zowel mariene als zoetwaterecosystemen. Ze zijn vaak vrij klein en behoren tot het nanoplankton (2-20 µm).
Sommige soorten leven fagotroof en hebben gereduceerde chloroplasten (leukoplasten) of hebben geen chloroplasten meer (vb. Chilomonas, Katablepharis).
Sommige Cryptophyta leven endosymbiotisch bij ciliaten (vb. Mesodinium rubrum).
ALGEN
Afdeling Cryptophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
15
Morfologie
Ook wel Pyrrhophyta genoemd. Eéncellige flagellaten, soms coccale of trichale vormen.
De voortplanting is meestal asexueel door overlangse celdeling maar ook sexuele reproductie via iso- of anisogamie is gekend.
Er zijn ongeveer 1000 soorten beschreven.
ALGEN
Afdeling Dinophyta
Ceratium
Ceratium
Ceratium
Gonyaulax
Gymnodinium
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
16
Morfologie
ALGEN
Afdeling Dinophyta
E. Haeckel
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
17
Theca en flagellen
De cel is omgeven door een theca die opgebouwd is uit cellulose. In tegenstelling tot de celwand van vele andere protisten is de theca van de Dinophyta geen extracellulaire structuur maar is ze gelegen in vesikels van de plasmamembraan.
De Dinophyta bezitten 2 geselflagellen. Deze flagellen zijn gelegen in twee groeven van de theca, een overlangse en een dwarse groef. Door deze positie van de flagellen maken Dinophyta een voorwaartse en een draaibeweging tijdens het zwemmen.
ALGEN
Afdeling Dinophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
18
Pigmenten
Dinophyta bezitten zowel chlorofyl a als chlorofyl c. Daarnaast bezitten ze ook een uniek carotenoïde: peridinine.
Dinophyta slaan energie op buiten de plasten onder de vorm van zetmeel of amylum.
ALGEN
Afdeling Dinophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
19
Mitose en DNA
De Dinophyta bezitten uitzonderlijk veel DNA. In tegenstelling tot de andere protisten bezit dit DNA relatief weinig proteïnen, wat een primitief kenmerk zou zijn. Mogelijk wijst dit erop dat de chromosomen van Dinophyta onafhankelijk uit bacterieel DNA evolueerden. De chromosomen blijven tijdens de mitose steeds intact. De kernmembraan desintegreert niet tijdens de celdeling.
ALGEN
Afdeling Dinophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
20
Ecologie
De Dinophyta zijn belangrijke primaire producenten in de oceanen, waar ze behoren tot het microplankton (20-200 µm). Ook in meren kunnen ze algemeen voorkomen.
Veel Dinophyta zijn niet volledig autotroof maar zijn afhankelijk van o.a. vitamine B12 voor hun groei. Sommige Dinophyta zijn volledig heterotroof en leven door fagocytose. Het zijn soms belangrijke predatoren van het fytoplankton.
ALGEN
Afdeling Dinophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
21
‘red tides’
Sommige Dinophyta in mariene ecosystemen vormen waterbloeien, zogenaamde ‘red tides’. Bepaalde van deze bloeivormende Dinophyta produceren toxines, tot zeer krachtige neurotoxines. Deze toxines stapelen zich op in de voedselketen (schaal- en schelpdieren) en beïnvloeden vooral de top-predatoren in de voedselketen (vis, zeezoogdieren en de mens).
ALGEN
Afdeling Dinophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
22
Noctiluca miliaris
Noctiluca miliaris behoort tot de Dinophyta maar is heterotroof. Dit organisme vormt bloeien in kustwateren en is in staat tot bioluminescentie. De cellen lichten kort op bij verstoring.
ALGEN
Afdeling Dinophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
23
Zooxanthellae
Bepaalde Dinophyta leven in symbiose met weekdieren zoals koralen, zeeanemonen, inktvissen of andere organismen.
Sommige Dinophyta bezitten zelf endosymbiotische Cyanobacteria.
ALGEN
Afdeling Dinophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
24
Kenmerken
Ook wel Prymnesiophyta genoemd.
meestal ééncellige flagellaten, soms coccale of trichale vormen
de cellen zijn aan de buitenzijde met schubben bezet
bezitten twee gelijke flagellen die niet met vederharen maar met fijne schubben bezet zijn
naast de flagellen bezitten Haptophyta ook een haptonema, een organel dat anders gevormd is dan de flagel en dat dient voor aanhechting aan substraten
als reservestof maken Haptophyta chrysolaminarine, lipiden of paramylum aan
Haptophyta bezitten als pigmenten chlorofyl a en c en xanthophyls
Deze afdeling bevat ongeveer 250 soorten van voornamelijk mariene organismen.
ALGEN
Afdeling Haptophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
25
Kenmerken
de Prymnesiales bezitten een bijzonder lange haptonema
de schubben aan de buitenkant van de cel zijn klein en opgebouwd uit polysacchariden
de voortplanting is asexueel
de cellen kunnen zich fagotroof voeden
ALGEN
Afdeling Haptophyta
Orde Prymnesiales
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
26
Ecologie
Sommige soorten vormen toxische bloeien (vb. Chrysochromulina polylepis). Prymnesium parvum hecht zich met de haptonema aan de kieuwen van vissen vast.
Een problematische soort in de Noordzee is Phaeocystis poucheti, die in het late voorjaar bloeien vormt en die na het afsterven zorgen voor een schuimvorming op de Noordzeestranden.
ALGEN
Afdeling Haptophyta
Orde Prymnesiales
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
27
Kenmerken
de haptonema is kort
de cellen zijn bezet met fijne schubben opgebouwd uit polysacchariden; bovenop deze schubben worden schaaltjes van Ca2CO3 afgezet
de voortplanting is zowel asexueel als sexueel; bij sexuele voortplanting is een heteromorfe generatiewissel mogelijk
ALGEN
Afdeling Haptophyta
Orde Coccolithophorales
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
28
Ecologie
De Coccolithophorales zijn belangrijke primaire producenten in de Noordelijke Atlantische Oceaan (vb. Emiliania huxlei). De Ca2CO3 schaaltjes geven het water een witte kleur, de zogenaamde ‘white waters’. Na het afsterven van de algen zinken de schaaltjes snel naar de oceaanbodem. Daardoor zijn ze een belangrijke globale ‘sink’ voor atmosferisch CO2. De mariene Ca2CO3 afzettingen vormen later kalkgesteenten (vb. ‘white cliffs of Dover’, krijt).
ALGEN
Afdeling Haptophyta
Orde Coccolithophorales
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
1
Euglenophyta, Cryptophyta, Dinophyta en Haptophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
2
Morfologie
Alle Euglenophyta zijn ééncellig of kolonievormend (Colacium). Er zijn ongeveer 800 soorten beschreven.
ALGEN
Afdeling Euglenophyta
Euglena
Trachelomonas
Phacus
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
3
Morfologie
ALGEN
Afdeling Euglenophyta
Colacium
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
4
Levenswijze
De Euglenophyta vormen een groep van algen met onstabiele chloroplasten. Ongeveer tweederde van de genera van Euglenophyta bevatten nooit chloroplasten en zijn dus heterotroof. Daarenboven kunnen vele autotrofe Euglenophyta ook in het donker overleven wanneer ze in een voldoende rijk organisch medium gebracht worden.
De heterotrofe Euglenophyta worden ook in een zoölogische afdeling ondergebracht. De Euglenophyta zijn heterotrofe flagellaten die in de loop van de evolutie chloroplasten verworven hebben. De autotrofe en heterotrofe phyla zouden dan ook samengevoegd moeten worden.
ALGEN
Afdeling Euglenophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
5
Belangrijke kenmerken
Bij de mitose blijft de kernmembraan intact; de spoelfiguur wordt binnen de nucleus gevormd. De chromosomen blijven tijdens de volledige mitose-cyclus hun vorm behouden.
Euglenophyta planten zich enkel asexueel voort door celdeling; sexuele reproductie is niet gekend.
Euglenophyta bezitten net als de Chlorophyta chlorofyl a en b in de chloroplasten. De gelijkenis wat betreft dit kenmerk is echter wellicht eerder te wijten aan convergente evolutie dan aan fylogenetische verwantschappen.
ALGEN
Afdeling Euglenophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
6
Paramylon
Energie wordt opgeslagen onder de vorm van paramylum, een type zetmeel dat verschilt van dat van de Chlorophyta. Het paramylum wordt afgezet in de omgeving van pyrenoïden. In tegenstelling tot bij de Chlorophyta wordt dit paramylon buiten en niet in de chloroplasten opgeslagen.
ALGEN
Afdeling Euglenophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
7
Pellicula
De cel is omgeven door flexibele banden die opgebouwd zijn uit proteïnen. Deze banden haken in elkaar haken en vormen de pellicula die de volledige cel omgeeft. Doordat de pellicula flexibel is kunnen Euglenophyta van vorm veranderen.
ALGEN
Afdeling Euglenophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
8
Flagellen en fototaxis
Euglenophyta bezitten 2 flagellen: een lange geselflagel en een korte flagel die nauwelijks zichtbaar is. De cellen maken een spiraalvormige beweging tijdens het zwemmen.
De flagellen zijn aangehecht in een instulping in de cel, het reservoir. Aan de basis van de lange geselflagel is een paraxiaal organel gelegen dat lichtgevoelig is en wellicht de beweging van de geselflagel stuurt op basis van lichtprikkels. Aan de andere kan van het reservoir is een roodgekleurde vlek (het stigma) gelegen. Dit stigma schermt het paraxiaal organel af van het licht. Dankzij deze bijzondere structuren kunnen Euglenophyta zich naar het licht toe bewegen (fototaxis).
ALGEN
Afdeling Euglenophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
9
Ecologie
Euglenophyta komen voornamelijk voor in zoetwater dat rijk is aan organisch materiaal. Ze komen zowel voor in het plankton als in het sediment. Sommige soorten leven epifytisch of epizoïsch.
ALGEN
Afdeling Euglenophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
10
Morfologie
De afdeling Cryptophyta omvat voornamelijk kleine flagellaten. Bjornbergiella is echter een draadvormig organisme. Er zijn ongeveer 120 soorten beschreven.
De voortplanting gebeurt enkel op ongeslachtelijke wijze door celdeling.
ALGEN
Afdeling Cryptophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
11
Pellicula
De cel is omgeven door een pellicula die is opgebouwd uit proteïneuze polygone, platen.
ALGEN
Afdeling Cryptophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
12
Ejectosoom en flagellen
De cellen bezitten meestal twee geselflagellen. De flagellen zijn vastgehecht in een instulping in de cel.
In deze instulping is ook het ejectosoom gelegen. Het ejectosoom bevat trichocysten, organellen die bij verstoring worden uitgescheiden en wellicht een verdedigingsmechanisme vormen.
ALGEN
Afdeling Cryptophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
13
Chloroplasten en pigmenten
De chloroplasten van Cryptophyta zijn vaak variabel van kleur: blauwgroen, blauwig tot rood. In de chloroplasten bevindt zich vaak een sterk gereduceerde kern, het nucleomorf.
Cryptophyta bezitten naast chlorofyl a ook chlorofyl c. Daarenboven bezitten ze ook phycobillinen zoals phycoerythrine of phycocyanine.
De aanwezigheid van een nucleomorf en van phycobilinen in Cryptophyta kan erop wijzen dat de chloroplasten van Cryptophyta endosymbiontisch levende Rhodophyta zijn.
Energie wordt opgeslaan onder de vorm van zetmeel of amylum. Dit zetmeel wordt buiten de chloroplasten gevormd in de omgeving van een pyrenoïd.
ALGEN
Afdeling Cryptophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
14
Ecologie
De Cryptophyta zijn belangrijke vertegenwoordigers van het plankton in zowel mariene als zoetwaterecosystemen. Ze zijn vaak vrij klein en behoren tot het nanoplankton (2-20 µm).
Sommige soorten leven fagotroof en hebben gereduceerde chloroplasten (leukoplasten) of hebben geen chloroplasten meer (vb. Chilomonas, Katablepharis).
Sommige Cryptophyta leven endosymbiotisch bij ciliaten (vb. Mesodinium rubrum).
ALGEN
Afdeling Cryptophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
15
Morfologie
Ook wel Pyrrhophyta genoemd. Eéncellige flagellaten, soms coccale of trichale vormen.
De voortplanting is meestal asexueel door overlangse celdeling maar ook sexuele reproductie via iso- of anisogamie is gekend.
Er zijn ongeveer 1000 soorten beschreven.
ALGEN
Afdeling Dinophyta
Ceratium
Ceratium
Ceratium
Gonyaulax
Gymnodinium
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
16
Morfologie
ALGEN
Afdeling Dinophyta
E. Haeckel
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
17
Theca en flagellen
De cel is omgeven door een theca die opgebouwd is uit cellulose. In tegenstelling tot de celwand van vele andere protisten is de theca van de Dinophyta geen extracellulaire structuur maar is ze gelegen in vesikels van de plasmamembraan.
De Dinophyta bezitten 2 geselflagellen. Deze flagellen zijn gelegen in twee groeven van de theca, een overlangse en een dwarse groef. Door deze positie van de flagellen maken Dinophyta een voorwaartse en een draaibeweging tijdens het zwemmen.
ALGEN
Afdeling Dinophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
18
Pigmenten
Dinophyta bezitten zowel chlorofyl a als chlorofyl c. Daarnaast bezitten ze ook een uniek carotenoïde: peridinine.
Dinophyta slaan energie op buiten de plasten onder de vorm van zetmeel of amylum.
ALGEN
Afdeling Dinophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
19
Mitose en DNA
De Dinophyta bezitten uitzonderlijk veel DNA. In tegenstelling tot de andere protisten bezit dit DNA relatief weinig proteïnen, wat een primitief kenmerk zou zijn. Mogelijk wijst dit erop dat de chromosomen van Dinophyta onafhankelijk uit bacterieel DNA evolueerden. De chromosomen blijven tijdens de mitose steeds intact. De kernmembraan desintegreert niet tijdens de celdeling.
ALGEN
Afdeling Dinophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
20
Ecologie
De Dinophyta zijn belangrijke primaire producenten in de oceanen, waar ze behoren tot het microplankton (20-200 µm). Ook in meren kunnen ze algemeen voorkomen.
Veel Dinophyta zijn niet volledig autotroof maar zijn afhankelijk van o.a. vitamine B12 voor hun groei. Sommige Dinophyta zijn volledig heterotroof en leven door fagocytose. Het zijn soms belangrijke predatoren van het fytoplankton.
ALGEN
Afdeling Dinophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
21
‘red tides’
Sommige Dinophyta in mariene ecosystemen vormen waterbloeien, zogenaamde ‘red tides’. Bepaalde van deze bloeivormende Dinophyta produceren toxines, tot zeer krachtige neurotoxines. Deze toxines stapelen zich op in de voedselketen (schaal- en schelpdieren) en beïnvloeden vooral de top-predatoren in de voedselketen (vis, zeezoogdieren en de mens).
ALGEN
Afdeling Dinophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
22
Noctiluca miliaris
Noctiluca miliaris behoort tot de Dinophyta maar is heterotroof. Dit organisme vormt bloeien in kustwateren en is in staat tot bioluminescentie. De cellen lichten kort op bij verstoring.
ALGEN
Afdeling Dinophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
23
Zooxanthellae
Bepaalde Dinophyta leven in symbiose met weekdieren zoals koralen, zeeanemonen, inktvissen of andere organismen.
Sommige Dinophyta bezitten zelf endosymbiotische Cyanobacteria.
ALGEN
Afdeling Dinophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
24
Kenmerken
Ook wel Prymnesiophyta genoemd.
meestal ééncellige flagellaten, soms coccale of trichale vormen
de cellen zijn aan de buitenzijde met schubben bezet
bezitten twee gelijke flagellen die niet met vederharen maar met fijne schubben bezet zijn
naast de flagellen bezitten Haptophyta ook een haptonema, een organel dat anders gevormd is dan de flagel en dat dient voor aanhechting aan substraten
als reservestof maken Haptophyta chrysolaminarine, lipiden of paramylum aan
Haptophyta bezitten als pigmenten chlorofyl a en c en xanthophyls
Deze afdeling bevat ongeveer 250 soorten van voornamelijk mariene organismen.
ALGEN
Afdeling Haptophyta
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
25
Kenmerken
de Prymnesiales bezitten een bijzonder lange haptonema
de schubben aan de buitenkant van de cel zijn klein en opgebouwd uit polysacchariden
de voortplanting is asexueel
de cellen kunnen zich fagotroof voeden
ALGEN
Afdeling Haptophyta
Orde Prymnesiales
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
26
Ecologie
Sommige soorten vormen toxische bloeien (vb. Chrysochromulina polylepis). Prymnesium parvum hecht zich met de haptonema aan de kieuwen van vissen vast.
Een problematische soort in de Noordzee is Phaeocystis poucheti, die in het late voorjaar bloeien vormt en die na het afsterven zorgen voor een schuimvorming op de Noordzeestranden.
ALGEN
Afdeling Haptophyta
Orde Prymnesiales
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
27
Kenmerken
de haptonema is kort
de cellen zijn bezet met fijne schubben opgebouwd uit polysacchariden; bovenop deze schubben worden schaaltjes van Ca2CO3 afgezet
de voortplanting is zowel asexueel als sexueel; bij sexuele voortplanting is een heteromorfe generatiewissel mogelijk
ALGEN
Afdeling Haptophyta
Orde Coccolithophorales
28-11-2009 Koenraad Muylaert
Zwammen, wieren, mossen en varenachtigen
28
Ecologie
De Coccolithophorales zijn belangrijke primaire producenten in de Noordelijke Atlantische Oceaan (vb. Emiliania huxlei). De Ca2CO3 schaaltjes geven het water een witte kleur, de zogenaamde ‘white waters’. Na het afsterven van de algen zinken de schaaltjes snel naar de oceaanbodem. Daardoor zijn ze een belangrijke globale ‘sink’ voor atmosferisch CO2. De mariene Ca2CO3 afzettingen vormen later kalkgesteenten (vb. ‘white cliffs of Dover’, krijt).
ALGEN
Afdeling Haptophyta
Orde Coccolithophorales
* Một số tài liệu cũ có thể bị lỗi font khi hiển thị do dùng bộ mã không phải Unikey ...
Người chia sẻ: Nguyễn Bá Tư
Dung lượng: |
Lượt tài: 2
Loại file:
Nguồn : Chưa rõ
(Tài liệu chưa được thẩm định)